Gratis catalogus

Lastenboek

"

Garantie

20
jaar
Garantie Qzen

Garantie

Respect

wet Breyne

Ruwbouw

Voorbereidende werken

Algemeen

Na het bouwrijp maken van het terrein (slopen en verwijderen van bestaande bouwwerken, omheiningen en beplanting) en plaatsen van grenspalen (op kosten van de bouwheer), kunnen wij de bouwzone betreden en kunnen wij beginnen met de exacte inplanting van het gebouw.
De inplanting moet gecontroleerd worden door de architect en/of een landmeter.

De bouwzone

De bouwzone moet toegankelijk en berijdbaar zijn voor een vrachtwagen van 20 ton.

Men moet over voldoende ruimte beschikken ter bevoorrading van de materialen.

Ze moet vrij zijn van elk mogelijk obstakel (wegwerkzaamheden, kabels, leidingen, …), zodat geen enkele bijzondere uitvoering moet voorzien worden (versteviging van de berm, wegpompen van water, signalisatie, akkoord politie,…).

 

In het geval een aangrenzende woning aanwezig is (gemene muur), zijn de voorbereidingswerken voor de bouw (vb. aanwezige afwijkingen, verwijderen gevelbekleding, ondermetsen bouwwerk,…) zowel als de aanpassingen aan de gemene muur, niet inbegrepen.

Voor de opstart van de bouwwerf is het de bouwheer aangeraden een ontegensprekelijke plaatsbeschrijving uit te voeren (weg, omliggende huizen…) zodat geen degradatie of schade in rekening gebracht kan worden.

Grondsondering

De veronderstelde normale grondweerstand (1,5 kg/cm²) en homogene samenstelling ervan (geen rotsen, water, …) moet bevestigd worden door een grondsondering. Dit op kosten van de bouwheer en door een gespecialiseerde onderneming, die hiervan een verslag zal afleveren.
Dit verslag kan voorgelegd worden aan een studiebureau dat het funderingstype zal bepalen dat het meest is aanbevolen voor de aard van het terrein (gewapende funderingssleuven, gewapende betonplaat, …).

Deze studies, dewelke noodzakelijk zijn voor de weerstand of samenstelling van de bodem, zijn ten laste van de bouwheer, net zoals de kosten ten gevolge van de uitvoering hiervan.

De bouwheer is als enige verantwoordelijk voor de aard van zijn terrein.

Diversen

De bouwheer moet de bouwwerf voorzien van water en elektriciteit gedurende de volledige duur van de werkzaamheden.
Eventuele officiële aanvragen voor vergunningen (politie, gemeente, …) alsook de bijhorende kosten, zijn ten laste van de bouwheer.

Grondwerken

Algemeen

De grond van de graafwerken in de bouwzone en de grond van de verschillende putten en de te plaatsen tanks worden gestockeerd op het terrein, op een plaats bepaald door de aannemer. Deze grond zal op het einde van de werkzaamheden gebruikt worden voor de nivelleringswerken van het terrein. Inert afval van het terrein wordt ingegraven, zodoende de waterinfiltratie te optimaliseren, en zal dienen als koffer voor toekomstige terrassen, opritten,… Het verwijderen van alle overige afvalstoffen zal gebeuren door de bouwheer.

De diepte van de grondwerken bedraagt 2,2 m voor de constructie van de kelder en 0,6 m voor het realiseren van een kruipkelder, tenzij anders vermeld in de meetstaat.

De voorziene machine kan geen grondwerken verrichten bij aanwezigheid van grote rotsblokken. Elk gebruik van een specifiek toestel voor uitvoering van deze grondwerken brengt een aanpassing van de prijs met zich mee, dewelke ten laste is van de bouwheer.

Sloopwerken, ontbossing, het uitgraven van boomstronken en bijhorende ontruiming(en) zijn niet inbegrepen in de prijs en moeten al volbracht zijn vóór aanvang van de werken.

Verharding in steenslag

Er wordt een breuksteenbedding met een lengte van maximum 7 m aangelegd, indien mogelijk op de plaats van de toekomstige toegangsweg tot de werf te vergemakkelijken voor het werfverkeer.

Sleuven voor energieaansluitingen

De sleuven met benodigde wachtbuizen voor de aansluiting van het bouwwerk aan de verschillende nutsvoorzieningen (water, elektriciteit, gas), kunnen na ontvangst van de voorschriften en start van de werken, berekend en uitgevoerd worden op het privéterrein.

Nivellereringswerken

Indien het specifiek in de meetstaat staat kan een aanvulling van grond uitgevoerd worden tot op een afstand van 7m rondom de bouwwerken (mits er een doorgang van minstens 3 m is die, noodzakelijk is voor de doorgang van de machine).

In het geval er te weinig aarde, en/of onvoldoende kwalitatieve aarde ter plaatse aanwezig is, is de aanvoer hiervan niet inbegrepen in de prijs.
Ook de afvoer van overtollige aarde is niet inbegrepen in de prijs.

Funderingen

Volgens de normen van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties wordt de aarding verwezenlijkt door middel van een aardingslus (gelode koperdraad) dewelke geplaatst moet worden onder de funderingssleuven rondom het gebouw. De funderingssleuven (60/25 cm) zijn uit beton (C20/25) en worden geplaatst op een vorstvrije diepte van minimum 0.,8 m.

Volgens de resultaten van een mogelijke stabiliteitsstudie, uitgevoerd door de bouwheer, zullen de funderingen en/of structurele onderdelen eventueel aangepast moeten worden. De kost van deze aanpassingen valt ten laste van de bouwheer.

Riolering

Algemeen

De riolering wordt uitgevoerd uit PVC leidingen met een diameter van 110 mm, ongeacht het type water dat er doorstroomt.

Een regenwatertank met een capaciteit in functie van de dakoppervlakte is standaard voorzien, alsook een hydrofoorgroep.

Het rioleringsnetwerk wordt volgens de plannen in een dermate helling gelegd dat een goede afwatering gegarandeerd wordt (het traject van de leidingen en de inplanting van de putten of tanks kunnen door de aannemer aangepast worden naargelang de situatie ter plaatse).

De verschillende leidingen komen, naargelang het geval, uiteindelijk samen in een toezichtput via verschillende rioleringstoestellen. Deze put moet door de bouwheer aangesloten worden op het openbaar rioleringsnetwerk.

De voorziene putten en tanks zijn aangesloten op het rioleringsnetwerk en zijn toegankelijk via een toezichtput voorzien van een gietijzeren deksel (weerstand van 350 kg).

Opmerking: Onder “rioleringstoestellen” wordt verstaan de putten/tanks waaruit het rioleringsnetwerk bestaat. Volgens de stedenbouwkundige voorschriften, eigen aan de gemeente en/of stedenbouw, kunnen er aanpassingen noodzakelijk zijn aan het rioleringssysteem. Deze eventuele wijzigingen zijn pas bekend bij ontvangst van de bouwvergunning, waardoor ze oorzaak kunnen zijn van een eventuele financiële aanpassing, dewelke ten laste valt van de bouwheer.

Mogelijke onderleden van een rioleringsnetwerk

Regenwater

Het regenwater wordt in de dakgoten verzameld, waarna het via regenpijpen naar beneden stroomt en uitkomt in het rioleringsnetwerk, om vervolgens naar het riool te worden afgevoerd. In bepaalde gevallen zal een regenwatertank geïnstalleerd moeten worden voor lozing in het riool.

De standaard voorziene regenwatertank met een capaciteit in functie van de dakoppervlakte, is een betonnen ingegraven tank met als doel de opslag van regenwater. Dit water kan gebruikt worden voor het besproeien van planten en het wassen van voertuigen, maar ook voor de voeding van wateraftakpunten, zoals het doorspoelsysteem van toiletten, en dit door middel van een hydrofoorgroep.

Eventuele tanks met andere capaciteiten kunnen verrekend worden.

Afvalwater

Het huishoudelijk afvalwater (badkamer, keuken, toilet, …) komt uit in het rioleringsnetwerk teneinde naar het riool te worden afgevoerd. In bepaalde gevallen worden zuiveringsstations geïnstalleerd, dewelke het afvalwater behandelen alvorens het in de riolering te lozen.

Septische put: Het betreft een ingegraven betonnen tank, bedoeld voor het verzamelen en behandelen van fecaal water (toilet). Aan de hand van een chemische reactie worden de aanwezige vaste deeltjes omgezet in vloeibaar materiaal dat vervolgens geloosd kan worden in de riolering.

Saniclaire put: Het betreft een ingegraven betonnen tank, bedoeld voor het verzamelen en behandelen van zowel fecaal water (toilet) als grijs water (badkamer, sanitair, …). Aan de hand van een chemische reactie worden de aanwezige vaste deeltjes omgezet in vloeibaar materiaal dat vervolgens geloosd kan worden in de riolering.

Waterzuiveringsstation: Het betreft een ingegraven betonnen tank, bestemd voor het verzamelen en behandelen van zowel fecaal water (toilet) als grijs water (badkamer, sanitair, …). Een externe compressor injecteert lucht in het afvalwater en door een chemische reactie worden de aanwezige vaste deeltjes omgezet in vloeibaar materiaal, dat vervolgens geloosd kan worden in de riolering.

Vetvanger: Het betreft een ingegraven betonnen tank, bestemd voor het verzamelen en behandelen van grijs water (badkamer, keuken,…). Het water dat verontreinigd is met vetten wordt door de vetafscheider gescheiden van haar vetten en kan vervolgens in de riolering worden geloosd.

Toezichtput: De toezichtput wordt geplaatst bij de rioleringstoestellen, teneinde deze te kunnen bereiken. Hij wordt evenzeer op verschillende locaties in het rioleringsnetwerk geplaatst om mogelijke controle en onderhoud te garanderen. Het aantal voorziene toezichtputten wordt aangegeven in de meetstaat.

Afwezigheid openbare riolering

Indien er geen openbare riolering aanwezig is om het huishoudelijk afvalwater op te vangen, bestaat de mogelijkheid, indien de bouwvergunning dit toelaat, het behandelde water af te voeren in de bodem via een verliesput of een Individuele Behandelingsinstallatie voor Afvalwater (IBA).

Zinkput: Het betreft een betonnen tank (zonder bodem of met geperforeerd openingen), bestemd om behandeld water te verzamelen en in de bodem te laten sijpelen.

Draineersleuf: Het betreft een gleuf gevuld met kiezel/steenslag, bestemd om behandeld water te verzamelen en in de bodem te laten sijpelen.

Opmerking: Het insijpelen van het behandelde afvalwater bepaalt de goede werking van de zinkput en de draineersleuf (afhankelijk van de aard van de bodem). Bijgevolg is het noodzakelijk een studie van doorlaatbaarheid te laten uitvoeren door een gespecialiseerd bedrijf dat het absorptievermogen van de bodem en de te gebruiken methoden zal aantonen, dewelke nadien toegepast kunnen worden. Zowel op technisch als financieel vlak is dit ten laste van de bouwheer.

Ondergronds metselwerk

Of het nu voor de kelders (hoogte 2,2 m) of voor de kruipkelders (hoogte 0,6 m) is, de onderbouw wordt gemaakt uit holle betonblokken (dikte 39, 34, 29, 19, 14, 9 cm). Voor het zichtbaar metselwerk (kelders, garage) wordt een meegaand voegwerk uitgevoerd volgens vordering der werken. De lintelen boven openingen kunnen uitgevoerd worden in verschillende materialen (staal, gewapend beton, gebakken aarde), in functie van de belasting. De oppervlakte van de muren in contact met de grond wordt gecimenteerd en met een laag koolteer behandeld (kelders en kruipkelders). Voor de kelders wordt er nog een bijkomende bescherming voorzien, nl. PLATON of gelijkaardig (drainerend membraan).

Een drainering wordt geplaatst aan alle buitenmuren van de fundering (zie meetstaat). Deze drainering verzamelt het hemelwater en leidt het naar de riolering. Deze drainering bestaat uit een geperforeerde buis omringd door steenslag en een geotextiel.

De waterdichtingsmembranen (DIBA) worden overal geplaatst waar nodig, teneinde een optimale bescherming tegen vocht te verzekeren, zoals tussen de onderzijde van de welfsels en de funderingsmuren, en onderaan de voet van de spouwmuren (in “Z”).

Bovengronds metselwerk

De buitenmuren

Het opgaand metselwerk van de buitenmuren MET PAREMENT GEVELSTENEN wordt als volgt uitgevoerd: Een parement gevelsteen in halfsteensverband (formaat 21/10/6,5) eerste keus en goede kwaliteit. Keuze uit 60 verschillende modellen :

VANDERSANDEN: Alexia, Alpenroos, Avondrood, Azalea, Barok, Cayenne, Floria, Gala, Heidebloem, Irene, Java, Geel Zilverzand, Kursteen, Lindebloem, Louise, Mistral, Mosa, Neo Magnolia, Orea, Prado, Romance, Rosé, Salvia, Terra Rood, Victoria, Zinnia.

NELISSEN: Alma, Anderlecht, Anglian, Aubergine, Capri, Dali, Gabiella, Goya, Klampsteen Kesselt, Magnolia, Monet, Muria, Néo Barok, Nero, Paladio Rubio, Robinia, Santorini, Spaans Rood, T15, T16, Trafalgar, Valetta, Veneto, Verona, Viale, Wijnegem

WIENERBERGER: Basia Paepesteen, Basia Plaza, Pagus Donkerrood, Basia spanns rood, Forum Pampas, Patrimonia Neo Romaans, Patrimonia Oud Rieme, Patrimonia Oud Romaans, Patrimonia Renaissance.

Opmerking : Er zijn nog meer keuzemogelijkheden mits prijsaanpassing.

  • Er bevindt zich een luchtspouw tussen de gevelstenen en de stijve isolatieplaten in polyurethaan van 10 cm dikte, die bevestigd zijn aan de snelbouwstenen.
  • De gevelstenen en blokken worden onderling bevestigd door gegalvaniseerde spouwhaken.
  • Er bevindt zich een luchtspouw tussen de gevelstenen en de stijve isolatieplaten in polyurethaan van 10 cm dikte, die bevestigd zijn aan de snelbouwstenen.
  • Aan elke gevelopening (ramen, deuren) worden de gevelstenen verticaal gemetseld, indien zo aangeduid op de plannen. Deze gevelstenen staan op een L-ijzer in staal.
  • Onder elke opening in het gevelmetselwerk wordt een dorpel op maat geplaatst in arduin.
  • Tussen het gevelmetselwerk en de blokken wordt een waterdichtingsmembraan (DIBA) geplaatst. Dit zowel boven elke opening (deuren, ramen), als onderaan de voet van het opgaand metselwerk.
  • Het voegwerk van het gevelmetselwerk gebeurt in een tweede fase door een gespecialiseerde firma.

Opmerkingen:

  • De gevelstenen kunnen ook in een boog geplaatst worden boven de openingen
  • Er kunnen decoratieve elementen toegevoegd worden zoals een « muizentand », elementen in arduin zoals omlijsting rondom de ramen, enz.
  • De buitenmuren kunnen uitgevoerd worden in andere gevelstenen maar evenzeer in crepi, gevelbekleding, enz.
  • Ook keermuren kunnen uitgevoerd worden.
De bouwknopen

De bouwknopen zijn, meestal, te situeren ter hoogte van plaatsen waar het technisch onmogelijk is om een doorlopende isolatie te voorzien.

Ten einde energieverliezen te vermijden worden cellenblokken geplaatst:

  • Aan de voeten van de binnenmuren op het gelijkvloers.
  • In de binnenmuren van de puntgevels aan de aansluiting met de dakisolatie. In de binnenmuren van de puntgevels aan de aansluiting met de dakisolatie. Deze blokken volgen het verloop van de dakisolatie.
Het opgaand metselwerk van de buitenmuren met bekleding I.P.V. gevelsteen

De gevelstenen worden vervangen door een bekleding, dewelke bevestigd worden aan de snelbouwstenen op een keper en lattenkader.

Indien gewenst, kan een berekening gemaakt worden voor verschillende afwerkingen:

  • Geschaafde cederplanken tand en groef.
  • Een behandeling van de houten planken in natuurkleur, verouderd, …
  • Een andere houtsoort.
  • Tand en groef planken type Sidings Cedral van Eternit.
  • Een andere gevelbekleding zoals natuurleien, kunstleien, platen in zink, …
Dorpels

De dorpels van de ramen worden uitgevoerd in arduin. Deze zijn 5 cm dik, met onderaan een ingeslepen waterlijst. Daarbovenop zijn de dorpels van de deuren voorzien van een opkant die dient om de infiltratie van water tegen te gaan. De dorpels worden op maat gemaakt en steken aan beide zijden 5 cm in het gevelmetselwerk en 5 cm uit het vlak van het gevelmetselwerk, behalve aan de garagepoort.

Binnenmuren

Alle muren worden uitgevoerd in snelbouwstenen en bepleisterd in de leefruimtes. Zichtbaar metselwerk, dat niet gepleisterd wordt, zoals in de garage, berging en kelders, wordt meegaand gevoegd tijdens het metselen.

De lintelen boven de openingen kunnen uitgevoerd worden in verschillende materialen (staal, gewapend beton, gebakken aarde, …) in functie van de lasten.

De hoogte van het plafond op het gelijkvloers is ± 2,5 m en op de verdieping ± 2,4 m.

Schoorstenen

De schoorstenen zijn gemaakt uit schouwpotten uit gebakken aarde (20/20cm).

Het onderdaksgedeelte: volgens de meetstaat zijn deze schouwpotten omringd met metselwerk in snelbouwstenen, en bevindt er zich op de gelijkvloerse verdieping een schouwveegluik.

Het bovendaksgedeelte: de schouwpotten worden omringd met gevelstenen of bekleed met kunstleien ETERNIT met daarbovenop een vol betonnen deksteen.

De schouw voor de open haard (indien voorzien in de meetstaat), begint vanaf het plafond op de gelijkvloerse verdieping en is dus niet voorzien van een schouwveegluik. Ze wordt op dezelfde manier uitgevoerd als de schouw van de centrale verwarming.

Vloer en structurele elementen

Welfsels

Het betreft hier berekende gewapende betonnen elementen dewelke op maat zijn gefabriceerd door de fabrikant. De welfsels liggen op draagmuren of poutrellen/balken. De onderzijde is ruw om een goede aanhechting van de bepleistering te verzekeren. Om de welfsels met elkaar te verbinden, wordt er beton gegoten tussen elk element (toelaatbare belasting 350 kg/m²). Hierop wordt, indien vermeld op het legplan van de fabrikant, een ongewapende druklaag van 3cm gerealiseerd. In de hypothese dat deze dikker of gewapend moet worden, wordt een prijsverrekening opgemaakt ten laste van de bouwheer.

Betonplaten, gewapende betonplaten, balken en poutrellen

De definitieve berekening van deze elementen kan slechts gebeuren op basis van de definitieve uitvoeringsplannen en na ontvangst van de ingenieursstudie, aangeleverd door de bouwheer.

Opmerkingen:

  • Het is mogelijk dat de eigenschappen van deze elementen aangepast moeten worden na ontvangst van de ingenieursstudie. Zowel op vlak van verwerking als op financieel vlak, is dit ten laste van de bouwheer.
  • De uitvoeringen in gewapend beton hebben geen afgewerkt aspect.

Aansluitingen en toevoer van energieën

De aansluitingen van water, gas en elektriciteit voor de woning (volgens de specifieke voorschriften van de intercommunale en de huidige toestand ter plaatse), alsook levering van water en elektriciteit tijdens de werf, zijn ten laste van de bouwheer.

Wel wordt er een energiebocht voorzien voor de aansluiting van alle nutsvoorzieningen die door het ondergronds metselwerk loopt.

De maatschappijen die de aansluitingen voorzien, moeten zelf zorgen voor de waterdichting van deze aansluitingen.

Voegwerken

De voegwerken van de gevelstenen worden uitgevoerd in de tweede fase. Teneinde een optimaal resultaat te waarborgen, zal dit uitgevoerd worden door een gespecialiseerde firma, en dus niet door de metser maar door een voeger.

Voor aanvang van de voegwerken worden er stalen geplaatst, zodat de bouwheer een definitieve kleur kan kiezen.

De voorziene voegwerken worden uitgevoerd in mortel (donkergrijze kleur) tussen de gevelstenen en rondom de ramen (aansluiting met de gevelstenen).

Indien gewenst door de klant kunnen andere kleuren (beige, rood, …) voegsel en siliconenvoegen bekomen worden, waarvan de kost ten laste valt van de bouwheer.